Karate-Do

Karate (lege hand) van oorsprong een zelfverdedigingvorm ontstaan op Okinawa.
In de loop van het ontstaan ook beïnvloed door lokale- en Chinese krijgskunsten.
Meester Funakoshi bracht zijn Okinawa-Karate naar Japan en noemde het Karate-jitsu.
De vriendschap tussen Funakoshi en Kano bracht een aantal typisch Japanse tradities in het moderne karate. Het Karate werd eind jaren 50 in Nederland geïntroduceerd. Karate is een discipline waarbij alle delen van het menselijke lichaam, voor aanval en verdediging worden gebruikt IMAF-Nederland staat open voor alle stijlen.

Gichin Funakoshi

Gichin FunakoshiAls er één man is die de naam kan krijgen als bekend maker van de Karate is het Gichin Funakoshi wel. Funakoshi werd in 1868 geboren in Shuri, toen nog de hoofdstad van het eiland Okinawa.
Hij begon Karate al te beoefenen toen hij nog op de basisschool zat, maar begon pas aan zijn missie om Karate naar de buitenwereld te verspreiden toen hij 53 was. Funakoshi’s verhaal over zijn beginjaren is vaak hetzelfde als zoveel andere Grootmeesters in Karate. Hij begon Karate als een zieke en zwakke jongen. Zijn ouders namen hem mee om te trainen bij een Karate Grootmeester namelijk Yasutsune Itosu.
Door de kruidenmiddels van de dokter en de training van Itosu bloeide Funakoshi helemaal op.
Hij werd een uitstekend karateka en ontwikkelde een lichamelijke bedrevenheid en een gedisciplineerde geest.

Funakoshi gaf zijn eerste Karate demonstratie in 1917 in Kyoto, Japan. Toen hij 5 jaar later naar Japan verhuisde, verbleef hij met andere mensen van Okinawa in een studenten slaapzaal in Tokyo. Hij woonde in een klein kamertje naast de ingang en als de studenten overdag in de klas waren, maakte hij de slaapzaal schoon. ’s Avonds leerde hij hun dan Karate. Na een korte tijd had hij voldoende geld verdiend om een Dojo te openen. Funakoshi geloofde altijd dat Kata het geheim was om bekwaam te raken in Karate.

Toen hij naar Japan verhuisde bracht hij 16 Kata’s met zich mee. 5 Pinan, 3 Naihanchi, Kushanku-Dai, Kushanku-Sho, Seisan, Patsai, Wanshu, Chinto, Jutte en Jion. Hij liet zijn karateka’s de pinans en naihanci’s voor minimaal 3 jaar oefenen voordat hij hen toeliet tot een hogere en moeilijker Kata.

De herhalende training wierp vruchten af doordat zijn karateka’s de meest precieze en exacte Karate leerden dan waar ook ter wereld. Alhoewel hij eerlijk was over het lesgeven, kreeg Funakoshi een flink deel kritiek. De kritici verachten Funakoshi’s klemtoon die lag op het beoefenen van Kata en omschreven het als wat zij geloofden “zachte” Karate dat teveel tijd verspilde. Funakoshi ging gewoon door met z’n karateka’s te laten concentreren op Kata. Funakoshi was een man van Tao. Hij legde geen nadruk op wedstrijden, records breken of kampioenschappen; in tegendeel; hij legde de nadruk op zelfperfectie. Hij geloofde in het gewone fatsoen en respect dat de mensen elkaar verschuldigd zijn. Hij was de meester van de meesters.
Funakoshi stierf in 1957 op 88-jarige leeftijd na een ongelooflijke bijdrage tot de kunst van Karate.